Vandaag is het exact drie jaar geleden dat ik een kind op de wereld zette. Een kind dat ik niet ken. Ik schaam me ervoor, maar ik wou hem niet. Ik kon dat roze hoopje niet eens bekijken, laat staan vastnemen, liefde geven.

De zwangerschap was een hel. Een emotionele marteling. Er groeide een kind in mij dat ik niet wilde.  Ik heb het verwenst, vervloekt … het kind, de vader, die nacht, de grootste stommiteit van mijn leven. Ach neen, ik heb nog grotere flaters begaan én ervoor geboet, dubbel en dik. Maar toen was alleen ik er de dupe van, nu groeide er iets in mij dat ongevraagd in deze puinhoop terecht zou komen.

Ik heb gehoopt dat het misliep, ik heb gedacht aan abortus en het bijna gedaan. Had ik het maar gedaan … Nu lag ik daar met een kind waar ik niet voor kon zorgen, waar ik niet voor wílde zorgen. Wat heb ik hem te bieden? Mijn leven was één hoop ellende, ik heb het nooit anders geweten. Mijn kindertijd was een aaneenschakeling van traumatische gebeurtenissen die ervoor gezorgd hebben dat het nooit meer goed kan komen met mij. Mijn jeugd was één lange vlucht van de harde, pijnlijke realiteit. Drugs, alcohol, medicatie, … Ik gebruikte alles om de hopeloze chaos in mijn leven te vergeten.

En zo is het eigenlijk altijd gebleven. De ene stommiteit volgde de andere op, in sneltempo. De ene fout na de andere, flater na flater … en nu dit. Een kind in dat bedje naast mij. In het ziekenhuis merkten ze al gauw mijn afkeer, ze stuurden iemand om te praten. Iemand die luisterde, maar me, zoals altijd, niet begreep. Ze zijn getraind om hun afschuw niet te laten blijken, maar er is altijd wel iets dat hen verraadt. Iets in hun blik of een trekje om hun mond dat ze niet onder controle hebben.

Ik wilde niet rond de pot draaien. Ik wilde dat kind niet. Punt. Zoek maar een oplossing. Er zijn vast mensen die hem wel willen, die hem alles kunnen geven wat ik niet te bieden heb. Want ik heb niets. Ik ben niets.

Ik vertrok uit het ziekenhuis en liet het kind achter. Pleegzorg werd erbij geroepen en drie weken later kreeg het kind een thuis. Een paar keer nog ben ik op bezoek geweest, om mijn geweten te sussen, om met eigen ogen te zien dat hij het daar veel beter zou hebben dan hier, bij mij. Daar is hij nu, 3 jaar later nog steeds. Af en toe denk ik nog aan hem, droom ik van hem, maar ik mis hem niet. Denk ik. Kan je iemand missen die je niet kent? Kan je van iemand houden die je niet kent?

een-kans

Bron afbeelding: Onderwijs Maak Je Samen

9 gedachten over “Mijn kind dat ik niet ken

  1. Wauw…even stil.
    Ik weet niet goed wat ik hierop wil zeggen, buiten dat het me raakte. Kan je iemand missen die je niet kent? Ja. Ik denk het wel…ik weet van wel. En je ken er ook van houden. Dat weet ik ook zeker… Liefs, Lies ❤

    Like

  2. oei de tekst vloog weg….” hoe kan dat nu . Ze heeft toch al kinderen…misschien een moeilijke periode met een nakende depressie. Maar ik ben er zeker van dat er mensen zijn die in zo’n gemoedstoestand geraken dat het kind beter in een pleeggezin verblijft.
    ps ik heb in de sociale sector gewerkt en ben zoiets al tegengekomen.

    Like

Plaats een reactie